Productieproces champagne
Het geheim achter de bubbels: Het productieproces van champagne
Champagne, die verfijnde, bruisende drank die zo synoniem is met feesten en speciale gelegenheden, heeft een uniek en ingewikkeld productieproces. Dit proces, beter bekend als ‘méthode champenoise’ of ‘méthode traditionelle’, is wat champagne zijn kenmerkende smaak en karakter geeft.
Wat maakt champagne zo speciaal?
Champagne wordt uitsluitend geproduceerd in de Champagne regio in Frankrijk. De naam ‘champagne’ is wettelijk beschermd en kan alleen worden gebruikt voor mousserende wijnen die in deze specifieke regio worden geproduceerd volgens strikte regels. Er zijn drie druivensoorten die gebruikt mogen worden in de productie van champagne: Pinot Noir, Chardonnay en Pinot Meunier.
De start van het productieproces van champagne: de oogst
De oogst begint in augustus of september, afhankelijk van het klimaat van dat jaar. Alles wordt handmatig geplukt om de druiven in perfecte staat te houden en alleen de beste druiven te plukken. Zodra de druiven zijn geplukt, worden ze zorgvuldig geperst om het sap, de most, te verkrijgen. Dit gebeurt vaak op dezelfde dag als de oogst om de kwaliteit te behouden.
De eerste fermentatie
De eerste fermentatie vindt meestal plaats in roestvrijstalen vaten, hoewel sommige producenten houten vaten gebruiken om extra smaakprofielen aan hun wijnen toe te voegen. Tijdens deze fermentatie wordt suiker in het druivensap door gistcellen omgezet in alcohol en koolstofdioxide. Dit proces duurt ongeveer tussen de 1 a 2 weken.
Het resultaat van de eerste fermentatie is een stille (niet-mousserende) basiswijn met een relatief hoge zuurgraad en een laag alcoholgehalte. Deze wijn is nog niet klaar om als Champagne te worden gedronken – de karakteristieke bubbels en complexe smaken van Champagne worden tijdens de tweede fermentatie en rijping ontwikkeld.
Assemblage: het mengen van wijnen
Assemblage is de kunst van het mengen. De wijnmaker, of ‘chef de cave’, mixt verschillende basiswijnen om een blend te maken die consistent is met de huisstijl van het champagnehuis. Dit kan een combinatie zijn van wijnen uit verschillende jaren, wijngaarden en druivensoorten. De assemblage wordt vroeg in het voorjaar gedaan, zo’n 5 maanden na de oogst.
Tweede gisting en rijping: de creatie van bubbels
Na de assemblage wordt de wijn gebotteld met een mengsel van suiker en gist, het zogenaamde ‘liqueur de tirage’. Deze tweede gisting op de fles geeft champagne zijn bruisende karakter. De flessen worden opgeslagen in de koele kelders en blijven daar rijpen voor minstens 15 maanden voor non-vintage champagne en 3 jaar voor vintage champagne.
Het rijpingsproces
Tijdens de rijpingsperiode in de fles, beginnen de gistcellen in de wijn af te sterven, een proces dat ‘autolyse’ wordt genoemd. Dit geeft champagne zijn unieke broodachtige, gistachtige aroma’s.
Remuage en dégorgement: het verwijderen van de gist
Na de rijping wordt de gist uit de fles verwijderd. Dit proces begint met ‘remuage’, waarbij de flessen geleidelijk worden gekanteld en gedraaid om de gist naar de hals van de fles te brengen. Dit draaien wordt dagelijks gedaan en deze draaier wordt de ‘le remueur’ genoemd. Dan volgt het ‘dégorgement’, waarbij de hals van de fles wordt bevroren d.m.v het in pekel bevriezen van de hals. Door de druk die zich door het bevriezen opbouwt in de fles wordt de gistprop er met kracht uitgedreven.
Dosage en kurking
Na het dégorgement wordt een ‘liqueur d’expédition’ toegevoegd, een mengsel van wijn en suiker, om de zoetheid van de champagne te bepalen. Ten slotte wordt de fles afgesloten met een kurk en een draadkooi om te voorkomen dat door de hoge druk van de kooldioxide in de fles, de kurk eruit schiet.
Conclusie: productieproces champagne
Het productieproces van champagne is een complex en tijdrovend proces dat vakmanschap, geduld en precisie vereist. Maar het eindresultaat is een bruisende drank die wereldwijd wordt bewonderd en gevierd.